Twitterende kinderen

Er zit aan onze politieke malaise een paradoxaal neveneffect: zelden tevoren is de onverschilligheid tegenover de politiek zo groot geweest. Ik beklaag al diegenen die vandaag om den brode politiek commentator zijn, en dagelijks op de een of andere manier duiding moeten brengen over… Ze preken alsmaar meer in de woestijn.

De paradox zit in het feit dat ondanks die toenemende onverschilligheid en zelfs afkeer, er redenen te over zijn om uitgerekend nu met politiek bezig te zijn. We krijgen te maken met een economische crisis die in de laatste honderd jaar haar gelijke niet heeft gehad: de moeder van alle crisissen. En voor alle duidelijkheid: dat gaat niet alleen over een begrotingstekort van onwaarschijnlijk veel miljarden euro’s die mijn en uw kinderen en kleinkinderen zullen moeten terugbetalen. Dat heeft ook van doen met belangrijke maatschappelijke keuzes die we door de feiten gedwongen gaan moeten maken.

Tegelijk creëren de Wetstraatwatchers eigenlijk hun eigen probleem. Als men het bij voortduring blijft hebben over spelletjes van twitterende kinderen in combinatie met onwil, onbekwaamheid, onkunde, een ontstellend gebrek aan inhoud, maturiteit, staatsmanschap, enz.,  dan kan je bezwaarlijk verwachten dat na meer dan een jaar na de verkiezingen mensen nog enige belangstelling hebben voor een totaal ondermaats spektakel met derderangs-acteurs.

Ik ben het overigens met bovenstaande kwalificaties – ik plukte ze ad libitum vrijwel letterlijk uit de commentaren van de voorbije week – grondig oneens. Ik vrees dat er meer derderangsjournalisten zijn dan derderangspolitici. Ik zal er eentje uitnemen. De man – nochtans een autoriteit, die op verkiezingsdag wordt uitgenodigd om de uitslagen te duiden – schrijft op Twitter: Beste bewoners van de normale wereld, welk probleem belet vandaag in België de vorming van een federale regering, 500+dagen na de verkiezingen? En – conform de reguliere mediatieke versimpeling – volgt dan een peiling, waarbij de Twitter-community de keuze heeft tussen ‘10.000 Corona-doden, een tekort van 50 miljard, abortus na 12 of 16 (sic) weken’. (Op het moment dat ik dit schrijf hebben een kleine 1000 mensen geantwoord, en de 50 miljard is – oef! - veruit het meest aangeklikte antwoord: de wisdom of crowds overklast dus de sancta simplicitas van de vraagsteller).

Terwijl het toch zonneklaar is dat deze crisis alles van doen heeft met botsende inhoud, en maar weinig met botsende karakters van dilettante politici. Éen voorbeeld. Paul Magnette heeft een in grote lijnen uitgeschreven programma voorgesteld aan socialisten, groenen, liberalen en Vlaamse christen-democraten. Maar hij is gestrand omdat zijn programma als én onbetaalbaar én economisch onwenselijk onvoldoende steun kreeg. Een puur inhoudelijke beoordeling dus. En het is extreem naïef te denken dat in alles wat daarna is gekomen inhoud zo goed als totaal afwezig was. Het is niet omdat die inhoud niet uitlekt, dat die er niet is. Toch is dat wat talloze commentatoren beweren.

En dus eindigt men bij totale onverschilligheid: over de financieel-economische toestand, maar ook over abortus. Het is mij hard opgevallen dat jonge mensen (pakweg tussen 18 en 30) totaal niet weten dat er in de Kamer een abortusdebat loopt. Wel 10-20 keer heb ik gevraagd wat ze daarvan vonden: het antwoord is, 10-20 keer, … niets. Is er iets met abortus?

En natuurlijk kan de impressionante politieke desinteresse niet integraal op het conto van de duiders en verslaggevers worden geschreven. Maar op dat punt is – ik gebruik een boutade – Kris Peeters (dé stokebrand in Michel I) twintig keer meer schuldig dan (het ongeleid projectiel) George-Louis Bouchez. Het is mijn – toegegeven: onbewezen – overtuiging dat het kibbelkabinet het vertrouwen in het politieke systeem veel meer heeft beschadigd dan wat er in de voorbije maanden is gebeurd.

Dat kibbelkabinet was van het ergste wat ik in mijn dertigjarig politieke leven heb gezien. En niemand die daaraan een eind kon/wou/durfde maken; de premier niet, de schaduwpremier (die er eigenlijk nooit is geweest) niet, de partijvoorzitters niet, niemand. Vier jaar lang dachten (in wisselende rollen) partij A, B en C dat partij D daarvoor wel het gelag ging betalen. Finaal gingen ze alle vier tegen de vlakte…

Terwijl we nu – daar hebben de waarnemers wel een punt – gigantisch veel behoefte hebben aan beleid, aan bestuur, aan keuzes. Maar net die keuzes kunnen we niet maken. Omdat die met de beste wil van de wereld inhoudelijk onverzoenbaar zijn. En er bijgevolg voor geen van die keuzes nog een meerderheid te vinden is.

‘De analyse van de onmogelijkheid van een land wordt stilaan onweerlegbaar,’ schrijft Bart Sturtewagen in De Standaard. Het wordt stilaan tijd dat die analyse ook eens door zijn collega’s wordt gemaakt. Want daar gaat het om. Al de rest zijn neveneffecten.

Pas als blijkt – en ik blijf hopen totaal ongelijk te hebben - dat onze verkozenen niet in staat zijn om op een fatsoenlijke manier dat onverzoenbaarheidsprobleem op te lossen en bijgevolg de financieel-economische chaos laten voortduren, verdienen ze pek en veren. Pas als ze nadien ook nog eens beletten dat we naar de stembus kunnen gaan omdat ook daarvoor geen meerderheid kan worden gevonden, pas dan verdienen zij met alle zonden Israëls beladen te worden. Pas dan.


Eerder

Leve de werkelijkheid

Het was een opvallend moment. Geert Wilders in debat met Rob Jetten, boegbeeld van het links-liberale D66. Wilders heeft nagetrokken dat Jetten, minister van Klimaat in het demissionaire kabinet Ru...

Lees het hele artikel

Nieuw Sociaal Contract

Ik heb het vele keren gedaan voor de VRT: verkiezingsprogramma’s maken. Het eerste was de vinger op de zere plek leggen, proberen te bepalen waar de verkiezingen over gingen. Wanneer je dat doorhad...

Lees het hele artikel

Een uphill battle

Het is zo ver: Doorbraak zit al een kleine week in een nieuw jasje. Er is een vaste ploeg die beslagen op het ijs staat, er zijn ook nieuwe mensen die voor Doorbraak schrijven. Het is tijd voor de ...

Lees het hele artikel

Raar, en het doet zeer

Ik kreeg het van jongs af aan ingelepeld. Toen ik nog maar nauwelijks kon lezen zag ik het in verschillende talen op de toren staan: Nooit meer oorlog. Het is lange jaren meegegaan. Het werd een L...

Lees het hele artikel