Taal. Ik ben neerlandicus en germanist

3 dingen vooraf

1. Ik ben een Neerlandicus, een germanist met specialisatie Nederlands. En ik hou van het Nederlands, omdat dat MIJN taal is en het de taal is die ik het beste ken. Al hoor en zie ik ook de schoonheid van Engels, Frans, Duits, Afrikaans, Italiaans, Spaans, Latijn. En ik ben daar zeer blij mee, al erken ik dat dat mij ook nadeel bezorgt: ik lees heel traag, omdat ik niet alleen het WAT lees maar ook het HOE. Idem dito als ik luister, waardoor ik soms blijf plakken aan het HOE en het WAT mij deels ontgaat.

2. Ik ben in een ver verleden als Neerlandicus gespecialiseerd geweest in de vroege Vlaamse Beweging, wat toen (eerste helft van de 19de eeuw) volstrekt geen politieke beweging was maar, helemaal in de geest van de tijd, een literair-culturele beweging. Uitgerekend de man die het adagium De Tael is gantsch het Volk heeft bedacht, heeft mij een aantal jaren flink beziggehouden: Prudens van Duyse (1804-1859).

3. Mijn plechtige communie-kostuum is gekocht in de Gentse Veldstraat. Aan de binnenkant was een etiket genaaid en daarop stond: Au Coin de Rues – Rue des Champs – Gand. Vier jaar terug zie ik één van mijn oud-leerlingen van bijna even lang geleden. Was uitgeweken naar Amerika, en in geen 30 jaar nog in Gent geweest. Hij had wat rondgewandeld vóór we samen iets gingen eten. Zijn eerste zin? ‘Het Frans is weg !’   

Nu kan ik beginnen…

In Vlaanderen, en a fortiori bij al diegenen die zich vanuit verschillende invalshoeken tot de Vlaamse Beweging rekenen, is er een zeer ongezonde, door het verleden besmette relatie met taal. Niet alleen heeft dat van doen met onze geschiedenis, maar, erger: dat vormt ook een hinderpaal voor onze toekomst. En mag ik dat jammer vinden?

Dat is des te meer zo omdat ik in de voorbije vijf jaar van heel dichtbij gezien heb dat we niet de enigen zijn met een taalprobleem. Onze Franstalige landgenoten kampen – eigenlijk nóg meer dan de Vlamingen – met hetzelfde, maar vanuit een totaal andere oorsprong. Zij denken namelijk dat de langue française  nog altijd een internationale taal is. (Dat is lang zo geweest, maar dat is echt helemaal voorbij, en dat is de hele francophonie compleet ontgaan).

Voeg daaraan toe de lamentabele staat van het Belgisch Franstalig onderwijs, én van hun taalonderwijs in het bijzonder, én de niet te overschatten invloed van hun gewoonte om films te dubben in het Frans (in plaats van te ondertitelen) en je krijgt wat ik heb gezien: in het parlement participeren de Franstalige leden (veel meer overigens dan de Vlaamse) aan de alsmaar uitbreidende internationale contacten, maar ze kunnen niet echt meedoen omdat ze geen Engels spreken.

Terzijde.. Ik ben in New York ooit naar de vergadering geweest van alle parlementsvoorzitters ter wereld, en onder de middag waren er verplichte workshops waar allerlei deelproblemen werden besproken. Ik belandde daar aan de tafel van voorzitters van francofone landen, en, zoals dat gaat, elke tafel was één werkgroep waarna er plenair moest worden gerapporteerd, met finaal een poging tot conclusie. We zaten met 9 aan tafel, en ik bleek daar de enige parlementsvoorzitter te zijn die in het Frans kon discussiëren, maar ook in het Engels gedurende drie minuten kon rapporteren over de conclusies van ‘onze’ werkgroep. Want in de workshops was er geen simultaanvertaling, en was de voertaal Engels.

Wat gebeurde er? Drie van mijn tafelgenoten gingen aan het secretariaat van de workshop  vragen of ik geen zes minuten kreeg voor ons verslag: drie minuten in het Frans, en daarna hetzelfde verslag drie minuten in het Engels. Dat was ok: as an act of courtesy, zei de Japanse secretaris die ook Frans verstond.

In Vlaanderen spreken we behoorlijk goed Engels. Gelukkig. Maar velen van ons – ik neem de draad weer op – blijven plakken in een ziekelijke relatie met onze eigen taal. Altijd redeneert men daar vanuit het defensief. En koppelt men daar meestal ook wetten, regelementen en verboden aan, die overigens volstrekt geen zin hebben.

Ik heb dat gezien in mijn partij, ik zie het ook bijvoorbeeld aan de Gentse universiteit. In mijn partij voor wie enkele nietszeggende zinnen over de zorg voor het Nederlands in de beheersovereenkomst met de VRT ongeveer het enige was wat men daar belangrijk vond. (Ik heb het daarover meer uitgebreid in de Podcast van Doorbraak. Ik heb daarover nogal wat opvallend min of meer boze reacties gekregen. Ik moet u melden: ik neem daar geen woord van terug.)

Aan de universiteit zie ik dat ook, waar vooral mensen uit Letteren en Wijsbegeerte en uit de Politieke Wetenschappen zich verzetten tegen meer (bachelors)colleges in het Engels. Ook die zitten vast in een totaal defensief denken.

Al is niet al wat ze zeggen onzin. (Dat is overigens een algemene waarheid). We moeten inderdaad opletten dat we de sociale drempels die de Vlaamse Beweging deskundig heeft gesloopt niet terugkeren. Maar zoals Bart De Wever het ooit zei: het is nooit verboden geweest zijn verstand te gebruiken. Ik zie aan de UGent dat er ook zonder veel discussie binnen het bestuur ‘ont-Engelst’ wordt, als blijkt dat er geen (goede) redenen zijn om de een of andere cursus in het Engels te geven.

En ja, in Nederland heeft men op een bepaald moment een golf verengelsing gekend. Maar ook daar heeft het gezond verstand nadien wel gezegevierd. 

Maar als de ‘behoeders van het Nederlands’ zeggen dat de strijd voor de taal de bestaansreden is van de Vlaamse Beweging dan versmallen ze die Beweging tot hoe ze ooit is begonnen. Maar voor de rest blijven ook zij plakken in het verleden.


Eerder

Leve de werkelijkheid

Het was een opvallend moment. Geert Wilders in debat met Rob Jetten, boegbeeld van het links-liberale D66. Wilders heeft nagetrokken dat Jetten, minister van Klimaat in het demissionaire kabinet Ru...

Lees het hele artikel

Nieuw Sociaal Contract

Ik heb het vele keren gedaan voor de VRT: verkiezingsprogramma’s maken. Het eerste was de vinger op de zere plek leggen, proberen te bepalen waar de verkiezingen over gingen. Wanneer je dat doorhad...

Lees het hele artikel

Een uphill battle

Het is zo ver: Doorbraak zit al een kleine week in een nieuw jasje. Er is een vaste ploeg die beslagen op het ijs staat, er zijn ook nieuwe mensen die voor Doorbraak schrijven. Het is tijd voor de ...

Lees het hele artikel

Raar, en het doet zeer

Ik kreeg het van jongs af aan ingelepeld. Toen ik nog maar nauwelijks kon lezen zag ik het in verschillende talen op de toren staan: Nooit meer oorlog. Het is lange jaren meegegaan. Het werd een L...

Lees het hele artikel