De politicus en de oorlog

Stel dat het oorlog is, door wie wil ik dan bestuurd worden? In wiens handen leg ik dan mijn lot? Dat klinkt hoogdravend, maar het is dé ultieme politieke vraag. Jaja, er zijn -ismen, partijen en ideologie: links, rechts, averechts en vele tinten daar tussenin. Maar als er oorlog is, vervalt dat. Dan komt het aan op wijsheid, op gewoon verstand en vertrouwen. Op iemand die het zich finaal kan veroorloven om te zeggen: I follow my people; therefore I am their leader. Een variante op Was Gott tut, das ist wohlgetan. Geloof dus.  

Dat verklaart ook waarom het vaak zo interessant is om politici te leren kennen als mens, in hun dagelijkse doen én zijn. Want hun partijprogramma – de vaak totaal ten onrechte geprezen inhoud - dat is maar een klein deel van de politieke praxis. Al was het maar omdat in ons coalitiesysteem niemand zijn programma kan uitvoeren. En zelfs in een meerderheidsstelsel (denk aan de VS) is dat programma alleen maar een richtsnoer, een platonische schaduw van de ideale wereld. Die dus niet bestaat.

Op de keper beschouwd beoordelen we trouwens politici veel meer op wat ze doen buiten hun regeer- en partijprogramma dan erbinnen. Het is zoals bij het in dienst nemen van mensen op verantwoordelijke functies: jaja, vakkennis, ervaring, maar er is ook het assessment: wat voor mens is dat?

Geheel terzijde: zelf heb ik twee keer in mijn leven een assessment ondergaan, en ik moet bekennen dat ik de besluiten uit de eindeloze, op het eerste gezicht totaal onschuldige vragen en spelletjes, ronduit gênant juist vond. Hoe kon ik zoveel van mezelf blootgeven?! Swat.

Een alweer veel te lange inleiding om te zeggen dat ik in het weekeinde met meer dan gewone belangstelling de interviews heb gelezen/gehoord met Kris Peeters, Bart De Wever en Annemie Neyts. Respectievelijk in Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws en De Rotonde, het onvolprezen zondagochtendprogramma van Radio2.  

Het toeval heeft ooit gewild dat ik in het kantoor van PVV-voorzitter Annemie Neyts zat toen er een telefoontje binnenkwam met de mededeling dat ze werd gedumpt omdat Guy Verhofstadt, die net uit de regering was gekieperd, zelf voorzitter zou worden. In De Rotonde kwam men daarop terug. Waarom Verhofstadt dat had gedaan? Omdat Verhofstadt altijd de numero uno wil zijn, ‘van om het even wat, als hij maar de nummer één is’, zei Neyts. Interessant, vind ik.

Net zoals Annemie Neyts, binnenkort 77, naar eigen zeggen in haar leven vandaag één groot gemis had: ze zat niet meer ‘in medias res’, zei ze. Ze had het niet meer (mee) voor het zeggen. Een echte politica stopt dus nooit. Interessant, vind ik.

Neyts is – voeg ik daar zelf aan toe - de laatste echte liberaal: zelden zo’n scherpe woorden – uit het hoofd én het hart! - over de vrijheidsbeperking onder Corona gehoord. Interessant, vind ik.

Bart De Wever was ook interessant. De woorden Vlaanderen, België, confederalisme, Vivaldi, ze komen in zijn interview niet voor. Zelfs Open VLD staat er niet in. Heel uizonderlijk dus. Wel zegt hij: “Ik heb in mijn carrière met scha en schande geleerd dat je tot op zekere hoogte de mens achter de politicus moet laten zien, maar daar zit een limiet op en daar ga je best niet over. Dit interview gaat op veel vlakken veel verder. Dus als je vraagt wie ik de lastigheden van het leven toevertrouw, op dit moment: jou.

De laatste zin doet me denken aan én Dehaenes ‘problemen oplossen als ze zich stellen’ (Dehaene deed echt altijd het omgekeerde) én aan Louis Tobback die mij in een interview zei: ‘Kom, laat ons eerlijk zijn, maar niet té’.

Er is één uitzondering: De Wever noemt zichzelf een bijna ziekelijke pleaser. Dat is in vier woorden nogal veel gezegd. Maar er is iets van aan. Als ik zie hoe het komende partijcongres wordt voorbereid, blijkt dat zelfs de algemene partijstrategie te zijn geworden. Het idee dat je feitelijk uiteraard nooit een single issue-partij mag zijn, maar dat dat – indien goed gemikt - wel een interessant uitgangspunt is, wordt hier pleasendgewijs omgekeerd.

En nu Kris Peeters. Veruit het interessantste interview; ere wie ere toekomt. De man is – ik citeer de krant – ‘uitgerangeerd’. Met een salaris van 22.000 euro per maand. ‘Het is wat het is,’ zegt Peeters daarover. In het interview is dat de passage met het hoogste waarheidsgehalte.

De ondervoorzitter van de Europese Investeringsbank (EIB) verblijft sinds januari in de week in een hotel in Luxemburg. Elke ochtend vraagt hij een zacht gekookt eitje, maar dat lukt de kok niet. Een mens kan afzien.

In Luxemburg werkt hij ook na zessen, wordt ons gemeld, keihard door. Onder meer aan het inkorten van de treinreistijd tussen Brussel en Luxemburg. Van 2u54 naar twee uur rond. Kost 400 miljoen. Verkeersminister Gilkinet is daar ook voor. En de Europese Commissie ook. Kris Peeters en de EIB werken eraan, denken erover na. Net zoals over de rest van de 70 miljard leningen die de EIB geeft aan wat de krant noemt ‘waardevolle projecten’.

Maar er is nog meer. Als Belgische banken lenen bij de EIB moeten ze van de Vivaldi-regering daarop bankentaks betalen. Leningen die ze dan verder kunnen uitlenen aan ondernemingen. Maar net omwille van die taks hebben onze banken bij de EIB nog geen cent geleend. Peeters gaat dat ‘défaut’ uit de bankentaks halen. Het is immers algemeen geweten dat de Vivaldiregering de banken en de ondernemingen zeer goed gezind is. Vandaar..

O ja. Nog iets, misschien wel het interessantste van al. Een woonst heeft Kris Peeters vanwege Corona in het Groothertogdom nog niet kunnen vinden. Geen tijd. ‘Over de middag werken we door’.  

De vraag was dus met wie we de oorlog willen ingaan. Van mij mag u dat weten. Wie 70 miljard leningen uitschrijft en met een fors salaris geen appartement kan (laten) vinden, die niet.    

Doorbraak, 27 april 2021            


Eerder

Leve de werkelijkheid

Het was een opvallend moment. Geert Wilders in debat met Rob Jetten, boegbeeld van het links-liberale D66. Wilders heeft nagetrokken dat Jetten, minister van Klimaat in het demissionaire kabinet Ru...

Lees het hele artikel

Nieuw Sociaal Contract

Ik heb het vele keren gedaan voor de VRT: verkiezingsprogramma’s maken. Het eerste was de vinger op de zere plek leggen, proberen te bepalen waar de verkiezingen over gingen. Wanneer je dat doorhad...

Lees het hele artikel

Een uphill battle

Het is zo ver: Doorbraak zit al een kleine week in een nieuw jasje. Er is een vaste ploeg die beslagen op het ijs staat, er zijn ook nieuwe mensen die voor Doorbraak schrijven. Het is tijd voor de ...

Lees het hele artikel

Raar, en het doet zeer

Ik kreeg het van jongs af aan ingelepeld. Toen ik nog maar nauwelijks kon lezen zag ik het in verschillende talen op de toren staan: Nooit meer oorlog. Het is lange jaren meegegaan. Het werd een L...

Lees het hele artikel