De Arbiter

‘Misschien is niets geheel waar, en zelfs dat niet’. Multatuli in zijn Ideën. En het belangrijkste woord is het eerste. Dat zegt alles en ‘misschien’ ook niets. Een andere Nederlandse denker, Johan Cruijf, zegt het genuanceerder: ‘De waarheid is nooit precies zoals je denkt dat hij zou zijn’. En bij LP Boon las ik het lang geleden nóg anders: ‘Er zijn veel koeien en dus ook veel waarheden’.

Daar is niets ergs aan. Integendeel. Stelling: ik wil niet leven in een wereld zonder leugens of fictie! Ik had bijvoorbeeld die honderden boeken met half of heel verzonnen verhalen nooit willen missen. En ik zal de cirkel rond maken. Uit de cursus literatuurwetenschap heb ik onthouden dat fictie dient om de waarheid te onthullen. (Denk daar maar eens over na.)

Ik herinner mij trouwens uit dezelfde tijd een faculteitsdiscussie over hoe de universiteit moest worden bestuurd. Met Jaap Kruithof, die zei dat belangrijke beslissingen alleen maar konden worden genomen volgens het one man one vote-principe. Hij zei dat dat geen stelling was, maar wetenschappelijke zekerheid. Wat dus in de praktijk betekende dat de studenten als meerderheid met een vaak deprimerende intellectuele monocultuur het voor het zeggen had. Waarop Etienne Vermeersch antwoordde: ‘Collega, ik ben een groot voorstander van democratie, maar een absolute tegenstander van idiotie.’ Niemand vroeg nog het woord.

Een alweer te lange inleiding om te zeggen hoe curieus de discussie over het zogeheten factchecken is. 

In weinig woorden… In de podcast van Doorbraak krijg ik een vraag over die inmiddels wereldberoemde doodgezwegen passage in De Doodgravers van België van Wouter Verschelden. Ik antwoord dat ik dat stilzwijgen niet begrijp, maar dat ik van twee verschillende journalisten vertrouwelijk dezelfde uitleg heb gekregen: ze hebben gezwegen omdat ze, als ze NIET hadden gezwegen, de belangen van Bart De Wever hadden gediend. Ik zeg dat ik dat een merkwaardige redenering vind: nieuws komt X nu eens goed uit, en dan weer Y, of beiden, of helemaal niemand; maar het is bij mijn weten nooit een criterium om iets al dan niet nieuws te vinden. David Geens schuift vervolgens – ik kan hem dat niet kwalijk nemen, zo werkt dat nu eenmaal – uitgerekend dat element naar voren in zijn podcastverslag op Doorbraak. Het is ook nieuw(s).

En dan komt de ‘Arbiter of Tweets’. De man heet Rien Emmery; een historicus, lees ik. Hij werkt voor Knack (en dus ook voor Facebook). En voor de VRT – waar ze overigens nog niet zo lang geleden factcheckers in dienst hadden, maar die worden al een tijd lang niet meer opgevoerd.

Alleen al die naam, Arbiter, met hoofdletter, is vreemd. Het is een rol die je niemand toewenst. (In de jaren zeventig was dat een rondzingende grap in het zogeheten ‘vormingstheater’. Ik hoor het Jan Decleir nog zeggen: ‘Diën arbiter, die emme ze bewuust in zoe’n onnoezel kostuumeke gestoke. De mense meuge die oatschijte. Dan blaave ze sloaf in ‘t  fabriek.’)

De Arbiter dus. Hij heeft gelezen/gehoord wat ik zeg, en vraagt tekst en uitleg. ‘Men’ vraagt om mijn ‘claim’ te verifiëren, schrijft hij op Twitter. Wie is ‘men’? Wat betekent ‘claim’? Ik heb enkel weergegeven wat mij is opgevallen. Niet meer, niet minder. De Arbiter vraagt ook naar de bronnen. Ik ‘mag’ ze ‘in alle discretie doorspelen’. Ik antwoord dat ik dat uiteraard nooit ga doen. Dat is de regel, zo waar dat bij ons een echte wet het bronnengeheim beschermt. (Alleen de hoofdredacteur kan een soort dubbelcheck doen). Desondanks is de conclusie van de Arbiter dat als ik die bronnen niet geef, al wat ik zeg ‘onbewezen geroddel’ is. Als afgezant van God op aarde oordeelt de Arbiter over goed en kwaad.

de Arbiter is vasthoudend. Hij vindt dat de hoofdredacteur niet alleen voor publicatie had moeten ‘checken’ maar nu ook moet ‘staven’. Ik antwoord dat er niets te ‘staven’ valt, want volgens de regels van de kunst moet ook die hoofdredacteur dan zwijgen. Er is anders geen bronnengeheim. De Arbiter blijkt dat allemaal niet te weten.

Hij schakelt over naar een ander front. Ja, er zijn regels in de journalistiek, maar ‘Bracke is geen journalist’…

Ik herinner mij dat toen ik politicus werd, ik een bericht kreeg van de journalistenbond om sito presto mijn ‘documenten’ in te leveren. Wat ik ook heb gedaan. Niet dat ik van zins was om die te gebruiken, maar ik respecteer de regels. Ik had trouwens in geen dertig jaar die ‘documenten’ nodig gehad. Ja, je kon daarmee veel kortingen krijgen (bij sommige automerken bijvoorbeeld), maar ik ben in dat soort dingen nogal slordig. Niemand heeft mij ooit gevraagd te bewijzen dat ik journalist was. Tot ik dus de dreigende gestalte van de Arbiter tegenkwam.

Deze theoloog doet denken aan de onderpastoor die mij catechese gaf. Ik was tien en ik vroeg waar dode mensen die vóór Christus waren geboren naartoe gingen. Zijn antwoord had van de Arbiter kunnen komen. ‘Dat is geen vraag van een misdienaar!’ Ik durfde niet te zeggen: ‘En als dezelfde vraag van een niet-misdienaar komt?’ (Tien jaar later las ik dat Dante zich dat ook afvroeg, en er zelfs een antwoord had op gevonden. Een hele geruststelling.)

De Arbiter treedt op als vertegenwoordiger van de Macht. Journalistiek als De Macht, terwijl dat in mijn hoofd altijd een (bescheiden) Tegenmacht is geweest. De vrije meningsuiting bestaat voor de Arbiter alleen voor mensen met Papieren en Stempels. Anders telt het niet. Een ex-politicus – die als politicus ex-journalist was – kan geen journalist zijn. Zeker niet als er ernstige aanwijzingen zijn om te denken dat hij aan de Verkeerde Kant van de Geschiedenis staat.

De Arbiter mag dat beweren. Zeker in Knack. De Arbiter is daar in alle opzichten klein bier vergeleken met de hoofdredactie, die open en bloot verklaart dat u en ik veel kans hebben om congenitaal racist te zijn. Factchecken wordt er trouwens gesponsord door Facebook. Het is alsof je een mensenrechtenrubriek laat betalen door de Chinese Volksrepubliek. 

Maar de Arbiter doet dus ook ‘checks’ voor de VRT. Hij is op dat punt zelfverklaard ‘expert’. (Een mens vraagt zich af of er naast experts bij onze openbare omroep ook nog gewone journalisten zijn).  Soms heeft de Arbiter het daar over broodje-aap-verhalen. Het is niet waar dat almaar meer blonde Zweedse vrouwen hun haar donker laten kleuren om minder verkracht te worden. Dat soort dingen.

Maar in de regel gaat het over maatschappelijk-politieke kwesties, waar veel afhangt van uitgangspunten. Die zijn bij de Arbiter, zoals misschien te verwachten, impliciet. Maar net daarom misschien is hij voor de Vlaamse openbare omroep een echte expert. Hij past ook wonderwel in een tijd waarin journalisten alle ‘verdachten’ de les lezen.

Geheel terzijde: de Expert/Arbiter heeft in mei van dit jaar voor de VRT een ‘check’ gedaan waarin hij een aantal ‘off the record gesprekken’ vermeldt. Waarom dat dan weer géén ‘onbewezen geroddel’ is?’ Of is dat de vraag van een… onbevoegde leek? 

De Arbiter noemt mij finaal wel – ik neem aan na grondig onderzoek, zoals alleen Hij dat kan voeren - Bannonesque. Kortom, de Arbiter verklaart dat ik lieg: ik heb mijn beide journalisten verzonnen. De Arbiter heeft het gezegd. Ik parafraseer (ten behoeve van de eerder eenvoudige gemiddelde Doorbraaklezer) zijn godgeleerde conclusie: ‘Vuige leugens van de Vlaamse Steve Bannon’.  

Denk daar maar eens over na.  

Doorbraak, 27 juli 2021


Eerder

Leve de werkelijkheid

Het was een opvallend moment. Geert Wilders in debat met Rob Jetten, boegbeeld van het links-liberale D66. Wilders heeft nagetrokken dat Jetten, minister van Klimaat in het demissionaire kabinet Ru...

Lees het hele artikel

Nieuw Sociaal Contract

Ik heb het vele keren gedaan voor de VRT: verkiezingsprogramma’s maken. Het eerste was de vinger op de zere plek leggen, proberen te bepalen waar de verkiezingen over gingen. Wanneer je dat doorhad...

Lees het hele artikel

Een uphill battle

Het is zo ver: Doorbraak zit al een kleine week in een nieuw jasje. Er is een vaste ploeg die beslagen op het ijs staat, er zijn ook nieuwe mensen die voor Doorbraak schrijven. Het is tijd voor de ...

Lees het hele artikel

Raar, en het doet zeer

Ik kreeg het van jongs af aan ingelepeld. Toen ik nog maar nauwelijks kon lezen zag ik het in verschillende talen op de toren staan: Nooit meer oorlog. Het is lange jaren meegegaan. Het werd een L...

Lees het hele artikel