Hooggeplaatsten

Ik weet niet wat het ergste is: de vermeende racistische uitspraken van Conner Rousseau in dat café in Sint-Niklaas of wat zijn raadslieden daarmee hebben gedaan. Bovendien, en Rousseau kan daar niets aan doen, zijn er opvallende parallellen met de in Godvergeten aangeklaagde kerkelijke toestanden. Twee keer lijkt er sprake van geheime machten en krachten die belangrijke beslissingen sturen. Dat ondermijnt het geloof in de rechtstaat, in de democratie. En God weet hoe erg dat is.

Bij Rousseau is de zaak zelf al met al eenvoudig. Hij heeft iets gezegd waarvan de politie denkt dat het in strijd is met de wet waarin tegenwoordig het wonderlijke begrip ‘haatspraak’ is opgenomen, wat impliceert dat de overheid beslist wie of wat je mag haten. Dat is door middel van een proces-verbaal overgemaakt aan justitie, en er is een onderzoek geopend. Alles is bovendien opgenomen met een bodycam. Als die heeft gedaan wat hij moet doen, kan er over de feiten zelf nauwelijks discussie zijn. De rechter zal ze beoordelen. 

Dat betekent ook dat Rousseaus woorden vroeg of laat publiek zullen worden. Knap vervelend, maar mensen maken fouten, en ongelukken gebeuren. Wie door rood rijdt, kan niet achteruit rijden en dientengevolge niet door rood gereden hebben. 

In die zin is Rousseaus verzet tegen de publicatie van dat pv vreemd. Het vergroot alleen maar zijn probleem. Het gaat immers niet om verzinsels of beweringen, het gaat niet om mogelijk kwaadwillige interpretaties van een derde; het gaat om citaten uit een pv. Heel feitelijk dus. Waarom dan de grote middelen inzetten om zo lang mogelijk publicatie tegen te houden?

Rousseaus argument is dat het geheim van het onderzoek is geschonden. Hij heeft strikt genomen gelijk, en het is zijn recht dat aan te klagen. Alleen is ook dat bezijden de werkelijkheid: we weten binnenkort allemaal wat Conner heeft gezegd. Bovendien wordt het geheim van het onderzoek elke dag geschonden. Werd het vanaf vandaag gerespecteerd, de kranten waren morgen een pak dunner.

Toch is er dus een publicatieverbod. Volgens mensen die het kunnen weten is dat on(grond)wettelijk, maar de rechter heeft gesproken, en in een democratie moet iedereen zich daarbij neerleggen. En een volgende rechter zal oordelen.

Zeer merkwaardig is wel dat de raadslieden van Rousseau daar een laag aan toevoegen. Die weten beter dan u en ik dat een pv een pv is, en dus moet – los van het publicatieverbod – de aanval op dat pv worden geopend. Ze schrijven aan de DPG-redacties: ‘Dat pv heeft een heel aparte weg afgelegd. U moet weten dat wij over sms’jes beschikken van bepaalde hooggeplaatste mensen in dat verband. Die schrijven: ge moet u geen zorgen maken, dat was niets, daar wordt geen pv over gemaakt.’ Anders gezegd: dat pv dat naar het parket is gezonden is een achteraf-constructie. Van vermoedelijk andere hooggeplaatsten die wel vonden dat er een pv moest komen.

Dit is bijzonder kwalijk. Het suggereert dat er hooggeplaatste mensen zijn die aan een andere hooggeplaatste (hier een partijvoorzitter van een regeringspartij) laten weten dat hij zich geen zorgen moet maken. En zich al dan niet zorgen moeten maken hangt dus af van de keuze (en politieke voorkeur?) van hooggeplaatsten. Waarbij dan vermoedelijk een andere hooggeplaatste, vermoedelijk iemand van een andere politieke obediëntie, die zekering laat doorbranden en er voor zorgt dat er toch een pv komt. Dat is willekeur. Niets kan het geloof in onze rechtstaat grondiger ondermijnen.

Daar zit de parallel met Operatie Kelk. Waar overigens dezelfde advocaten dezelfde weg bewandelen. Ook daar zeggen ze dat hooggeplaatsten uit de rooms-katholieke sfeer tussenbeide zijn gekomen, en dat dit heeft geleid tot zelfs clandestiene rechtszittingen, omdat de raadslieden van de slachtoffers niet waren uitgenodigd, maar er toch is beslist mogelijke bewijsstukken uit het dossier te verwijderen. Niets kan het geloof in onze rechtstaat grondiger ondermijnen.

Als bisschop Bonny dan ook nog eens zegt dat de dag na de feiten de procureur zich heeft verontschuldigd voor de manier waarop bij Operatie Kelk het onderzoek is gevoerd, en eraan toevoegt dat de Kerk over de juridische afhandeling advies heeft gekregen vanuit de magistratuur, dan ondermijnt ook dat het geloof in de rechtstaat. Twee keer. Onderzoeken moeten verlopen volgens de regels van de kunst. Punt. Magistraten is adviezen geven strikt verboden; ze moeten oordelen.

Als Conner Rousseau bovendien een algemeen publicatieverbod geregeld krijgt, dan is er een probleem. Rousseau ontbindt ook alle duivels tegen Elisabeth Lucie Baeten, die scherpe en geestige satirische filmpjes maakt op Instagram. Wie de filmpjes over Rousseau leuk durft te vinden wordt door de Vooruit-voorzitter zelf zeer persoonlijk aangepakt. Baeten bijt van zich af: ‘Stop met te doen alsof ge boven de regels staat.’ De perfecte omschrijving van hooggeplaatst, hoog boven de regels.

Aan het station van Gent-Sint-Pieters komt een politieman op me af. Hij zegt mij dat hij weet wat Conner Rousseau heeft gezegd. Ik antwoord dat ik dat niet wil weten. Hij zegt dat hij dat ook niet ging zeggen. ‘Maar wat ik wel wil zeggen is dat als gij dat had gezegd, ge al lang waart opgeknoopt aan de hoogste boom van Gent.’

Op X vraagt iemand zich af wie de gevaarlijkste is: Rousseau, Van Grieken of Hedebouw.

Doorbraak, 03 oktober 2023


Eerder

Leve de werkelijkheid

Het was een opvallend moment. Geert Wilders in debat met Rob Jetten, boegbeeld van het links-liberale D66. Wilders heeft nagetrokken dat Jetten, minister van Klimaat in het demissionaire kabinet Ru...

Lees het hele artikel

Nieuw Sociaal Contract

Ik heb het vele keren gedaan voor de VRT: verkiezingsprogramma’s maken. Het eerste was de vinger op de zere plek leggen, proberen te bepalen waar de verkiezingen over gingen. Wanneer je dat doorhad...

Lees het hele artikel

Een uphill battle

Het is zo ver: Doorbraak zit al een kleine week in een nieuw jasje. Er is een vaste ploeg die beslagen op het ijs staat, er zijn ook nieuwe mensen die voor Doorbraak schrijven. Het is tijd voor de ...

Lees het hele artikel

Raar, en het doet zeer

Ik kreeg het van jongs af aan ingelepeld. Toen ik nog maar nauwelijks kon lezen zag ik het in verschillende talen op de toren staan: Nooit meer oorlog. Het is lange jaren meegegaan. Het werd een L...

Lees het hele artikel